Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
Door heel Amsterdam werken studenten dagelijks in rechtswinkels om burgers met juridische problemen te helpen. Het lijkt kleinschalig, maar het werk heeft grote impact—op cliënten én op de studenten zelf. Tim Verheij, voorheen onderzoeker bij de Amsterdam Law Hub, dook met een team collega’s in het hart van deze bijzondere vorm van rechtshulpverlening. Wat leert hun onderzoek ons over de kracht en de kwetsbaarheid van deze plekken?

Tim Verheij was als onderzoeker verbonden aan de Amsterdam Law Hub en gespecialiseerd in juridische innovatie en maatschappelijke impact. Toen collega Arnt Mein hem benaderde voor een verdiepend onderzoek naar rechtswinkels in Amsterdam, twijfelde hij geen moment. “Toegang tot recht is voor mij een kernwaarde. Dat dit onderzoek zo concreet en praktijkgericht was, sprak me enorm aan.”

Wat het onderzoek bijzonder maakt, is dat het verder gaat dan cijfers of rapporten. Verheij en zijn collega’s observeerden spreekuren, spraken met hulpverleners en analyseerden processen binnen drie belangrijke aanbieders van eerstelijns rechtshulp: de rechtswinkels, het Juridisch Loket en de sociaal raadslieden. “Het unieke is dat we niet alleen kijken naar wat professionals zeggen, maar ook toetsen wat er in de praktijk gebeurt. Dat levert hele waardevolle inzichten op.”

Een versnipperd landschap

In het onderzoek zijn drie grote aanbieders van eerstelijns rechtshulp betrokken: rechtswinkels, het Juridisch Loket en sociaal raadslieden. Opvallend is hoe groot de verschillen zijn per instantie en stadsdeel. “Wat mij opvalt is dat rechtswinkels niet echt kijken naar sociale problematiek, maar sociaal raadslieden dat juist wel doen—net als het Juridisch Loket.”

“Sociaal raadslieden hebben echt hart voor de zaak. Zij gaan echt de extra mile en doen vaak veel meer dan alleen wat ze moeten doen.”

Daarnaast blijkt er geen gestructureerde, uniforme werkwijze te zijn. “Het hangt af van de hulpverlener,” zegt Verheij. En dat leidt tot verschillen op de werkvloer: “Samenwerking tussen hulpverleners en stadsdelen in Amsterdam blijkt niet vanzelfsprekend, met verschillende manieren van werken. Dat zorgt voor hele rare situaties. Kennisdeling wordt daardoor tegengewerkt, dat is echt zonde.”

De praktijk van rechtswinkels

De kwalitatieve observaties sluiten aan op kwantitatieve gegevens uit een enquête onder rechtswinkelstudenten. Daaruit blijkt onder meer dat studenten het werk als leerzaam en vormend ervaren. Verheij herkent dat beeld: “Ze leren hoe je communiceert met cliënten, hoe je juridische problemen diagnosticeert, hoe je doorverwijst, en hoe je je verhoudt tot het rechtssysteem als geheel. Dat is heel waardevol.”

“Het werk in de rechtswinkel draagt bij aan de vorming van studenten en hun professionele identiteit.”

Uit het onderzoek komt ook naar voren dat er grote behoefte is aan meer samenwerking met ketenpartners. “Samenwerking is nu vaak willekeurig,” zegt Verheij. “Met sommige organisaties, zoals Stichting! Woon, zijn de lijnen kort. Maar met gemeenteloketten is direct contact soms onmogelijk—je kunt dan alleen een terugbelverzoek indienen.”

Wat er volgens Verheij ontbreekt, is overzicht en continuïteit. “Rechtswinkels hebben vaak geen zicht op wat er met cliënten gebeurt ná een doorverwijzing.” Bovendien is er geen duidelijke structuur voor reflectie of kennisdeling. “Die uitdagingen zullen wij aankaarten, zodat er hopelijk iets mee wordt gedaan.”

“Vooruitgang en ontwikkeling is echt gebrand op directe samenwerking, en daar is nog veel te winnen—ook in contact met de gemeente.”

Toch benadrukt hij dat professionals zelf absoluut geen gebrek aan motivatie hebben. “Het zijn hulpverleners met jaren ervaring, die niet zomaar elke tool die wordt aangereikt zullen overnemen. Als je wil dat er echt iets verandert, moet je op beleidsniveau wetgevers aanspreken. Het is nodig om beleid hierop te veranderen.”

Het beeld dat rechtshulp alleen bedoeld is voor mensen die laaggeletterd of niet-zelfredzaam zijn, klopt niet. “Er komen ook mensen bij de spreekuren die goed kunnen lezen en begrijpen, en die alleen bevestiging zoeken dat ze iets goed hebben uitgezocht.” Wat het onderzoek ook laat zien: rechtswinkels bieden een luisterend oor en helpen mensen de weg te vinden in ingewikkelde systemen.

Daar zit juist een grote kracht van rechtshulp, zegt Verheij: “Sociaal raadslieden zijn daar echt goed in: ze leggen stap voor stap systemen uit, en helpen zo de zelfredzaamheid van cliënten te vergroten.”

Over Tim Verheij

Tim Verheij werkte sinds 2021 als Coördinator Onderwijs & Rechtshulp bij de Amsterdam Law Hub. Hij heeft zich in deze tijd gericht op de relatie tussen recht, beleid en maatschappelijke impact. Binnen het rechtswinkelonderzoek werkte hij aan de doorontwikkeling van holistische, mensgerichte rechtshulp in de stad Amsterdam. Op 1 juli startte hij met een nieuwe baan als Regioregisseur midden-Nederland bij het Juridisch Loket.

Van juridische hulp naar sociale rechtvaardigheid

Hoewel het onderzoek uit Amsterdam komt, zijn de bevindingen breder toepasbaar. Rechtswinkels vervullen een onmisbare rol in het landschap van rechtshulp—voor cliënten, maar ook voor de vorming van toekomstige juristen. Als onderwijsinstellingen willen bijdragen aan toegankelijke rechtshulp, dan moeten ze rechtswinkels serieus ondersteunen, óók financieel. Het gebrek aan structurele financiering is al langer een knelpunt. In 2025 komt er een landelijke subsidie van 400.000 euro beschikbaar, maar dat bedrag moet worden verdeeld over meer dan 100 rechtswinkels.

“Zeker nu er bezuinigd wordt op het hoger onderwijs, staat het voortbestaan van rechtswinkels onder druk,” waarschuwt Verheij. “Dat is problematisch, want deze plekken zijn ook van groot belang voor de juridische opleiding van studenten.” De studenten zelf denken graag mee over de toekomst van de rechtswinkels. In het onderzoek pleiten ze voor meer praktische training, betere begeleiding, een verbeterd doorverwijssysteem, en vooral: meer samenwerking met sociale advocaten en overheidsinstanties.

Volgens Verheij zit daarin misschien wel de grootste maatschappelijke waarde van rechtswinkels: ze slaan een brug tussen het recht en de samenleving. Of zoals Verheij het zelf zegt: “Of je nu komt voor een huurconflict, een uitkeringsprobleem of een scheiding—de rechtswinkel is vaak de eerste plek waar mensen hun verhaal doen. Als we toegang tot het recht voor iedereen serieus nemen, moeten we deze plekken koesteren.” Want juist dáár begint de verandering.